Hechtingsstijlen

De hechtingstheorie gaat ervan uit dat onze behoefte om ons met anderen te verbinden in onze genen zit en zelfs al in de baarmoeder ontstaat.

 

De Britse psychiater John Bowlby was de eerste die grondig onderzoek deed naar de hechting van jonge kinderen. Bowlby’s studente Mary Ainsworth ontwikkelde een observatieprocedure waarmee ze via zogeheten ‘strange situations’ de hechtingsstijl van kinderen kon vaststellen. De hechtingstheorie van Bowlby en Ainsworth is inmiddels wereldberoemd en verder uitgebreid door andere wetenschappers.

 

De belangrijkste ontwikkeling van jouw hechting vindt plaats in de eerste zeven jaar van je leven. Tijdens deze jaren ontstaat jouw imprint: de manier waarop je de wereld ervaart en hoe jij daarop reageert. Hechting begint overigens al in de buik, vanaf het moment van conceptie, en soms zelfs daarvoor. Was je gewenst? Ontstond je uit liefde? Was er – letterlijk en figuurlijk – ruimte voor jou? Dit heeft allemaal invloed op de mate en kwaliteit van je hechting.

 

De manier waarop er in je vroege jaren voor jou werd gezorgd, of je ouders of verzorgers gevoelig waren voor jouw behoeften en adequaat reageerden, of juist emotioneel afwezig en onberekenbaar waren, heeft invloed op je hechtingsstijl. Hechtingsproblemen kunnen ontstaan wanneer er een discrepantie is tussen wat jij als kind nodig had en wat je ouders je konden geven. Daarnaast weten we nu dat hechting ook wordt beïnvloed door ervaringen op latere leeftijd.

 

Het effect van je hechtingsstijl op je latere leven
Hoe je als jong kind bent gehecht, beïnvloedt onbewust je latere relaties. Een onveilige hechting kan bijvoorbeeld je zelfbeeld en zelfvertrouwen flink ondermijnen. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 60% van de Nederlandse volwassen bevolking veilig gehecht is, terwijl ongeveer 40% te maken heeft met onveilige hechting.

 

De Amerikaanse psycholoog Mary Ainsworth onderscheidde vier typen gehechtheid:

  • Veilige hechting
  • Onveilige hechting (waaronder angstige en vermijdende hechting). En een vierde, zeldzamere hechtingsstijl: angstig-vermijdende hechting (een combinatie van angstige en vermijdende hechting)

    Deze hechtingsstijlen bepalen de manier waarop je relaties met anderen aangaat, intimiteit in (liefdes)relaties waarneemt en erop reageert.
    Hieronder lees je in grote lijnen wat meer over de veilige en onveilige hechting. In een latere blog zal ik verder ingaan op de verschillende stijlen.

    En alvast een mooie leestip:

 

 de mythe van normaal.jpg    Liefdesbang.jpg

 

Veilige hechting

Als je ouders goed afgestemd waren op jou toen je klein was – op wat jij nodig had en wat je communiceerde, als beide ouders zowel fysiek als emotioneel aanwezig waren en je de ruimte kreeg om jezelf te zijn – dan is de kans groot dat je veilig gehecht bent. Als je getroost werd wanneer je verdrietig was en jouw boosheid en grenzen werden geëerd, heeft dit bijgedragen aan een veilige hechting.

Onveilige hechting

Als je als kind structureel niet de aandacht kreeg die je nodig had, of er onvoldoende veiligheid was, kan dit resulteren in onveilige hechting. Als kind kan het voelen alsof je niet de moeite waard bent om van te houden, wat gevoelens van schaamte en twijfel kan veroorzaken. Of je wordt bang voor de ander en besluit dat mensen onveilig zijn. Dit maakt het moeilijk om met voldoende vertrouwen en zelfvertrouwen in het leven te staan en om je echte, authentieke zelf te zijn.


Dit soort overtuigingen worden diep van binnen vastgelegd: in je lichaam, je emotionele wereld, je energetisch lichaam en je gedachten. Je gaat de maatschappij interpreteren vanuit deze ervaringen en doet er alles aan om de pijn van afwijzing te vermijden, vaak door je aan te passen aan anderen.

 

In de basis gaat hechtingsproblematiek over de essentie van wie je bent: mag je jezelf zijn, weet je wie je bent en hou je van jezelf? Kun je voor jezelf zorgen, zowel in de mooie als in de schaduwstukken van jezelf, inclusief je emoties? Kun je bij jezelf blijven, ongeacht wat er gebeurt? Wat zijn jouw ja's en nee's? Kun je je grenzen en behoeften voelen, erkennen en ernaar handelen?

 

Veel mensen die yoga beoefenen, doen dat omdat ze het contact met hun lichaam kwijt zijn.

 

Het effect van lichaamswerk en zelfreflectie op je hechtingsstijl

Yoga en ademhalingsoefeningen kunnen krachtig zijn in dit proces, omdat ze je helpen om in het hier en nu aanwezig te zijn. Je bevindt je dan in je lijf, en dus in een veilige ruimte. Dit biedt de kans om het verhaal van onveilige hechting te herschrijven, omdat je leert dat het nu wél veilig is om bij jezelf te blijven. De ademhaling is een krachtige tool voor traumaverwerking en het in contact komen met je lichaam.


Door yoga kun je contact maken met de plek van onvoorwaardelijke liefde in jezelf, met jouw essentie. Dit gebeurt niet altijd direct, maar vaak wel. Vanuit deze plek kan er ruimte ontstaan voor zelfliefde en kan het herstel van je hechtingsstijl beginnen.

 

Van onveilig naar veilig gehecht

Voel je je ontmoedigd omdat je jezelf herkent in één van de onveilige hechtingsstijlen? Maak je geen zorgen, het is heel goed mogelijk om alsnog een veilige hechting te ontwikkelen, zowel met je partner als met vrienden en familie. Soms is daar therapie voor nodig, soms gewoon veel zelfonderzoek, geduld en zelfliefde. Probeer je ouders niet te vervloeken, maar omring jezelf met mensen die veilig gehecht zijn en die je kunnen ondersteunen in je proces.

 

Ga mee op Ziel Expeditie?

Wil jij meer weten over de verschillende hechtingsstijlen, jouw hechtingsstijl en het effect daarvan op jouw zenuwstelsel en gevoel van veiligheid in je relaties?

Ben je benieuwd hoe je hechtingsstijl invloed heeft op het ervaren van stress, spanningsklachten, burn-out, of andere fysieke klachten?


Meld je dan aan voor de Ziel-Expeditie – Hechting en Veerkracht op zaterdag 29 maart 2025 !